Deutsch-Holländisch Übersetzung für anfangen

beginnen
Laat ons met het wegvervoer beginnen! Lasst uns beim Straßenverkehr anfangen! Gelukkig beginnen wij niet bij nul. Glücklicherweise mussten wir nicht bei Null anfangen. We moeten ook de waarheid beginnen te vertellen. Wir sollten auch damit anfangen, die Wahrheit auszusprechen.
aanvangen
We hadden om 11.00 uur moeten aanvangen, niet om 12.40 uur. Wir hätten um 11.00 Uhr anfangen müssen und nicht erst um 12.40 Uhr. Hij wil weten wat hij morgen met zijn leven zal aanvangen. Er will wissen, was er mit seinem Leben morgen anfangen kann. Toch kan men er iets mee aanvangen, als de politieke wil er maar is. Dennoch kann man mit ihnen etwas anfangen, wenn der politische Wille da ist.

starten
Behalve aan de lange en middellange termijn moeten we ook aan de korte termijn denken en onmiddellijk starten met het stimuleren van creatieve ondernemingen. Wir müssen sowohl über lang- und mittelfristige als auch über kurzfristige Entwicklungen nachdenken und schon jetzt anfangen, den Fortbestand kreativer Unternehmen zu unterstützen. Dan gaat hij naar een bank, nadat hij wellicht nog tegen zijn medewerkers heeft gezegd: als jullie ook nog iets inbrengen, krijgen we misschien 10-20 miljoen en kunnen we starten. Dann geht er zu einer Bank, und er sagt vielleicht zu seinen Mitarbeitern: Wenn ihr auch noch einiges zusammenbringt, dann kriegen wir vielleicht 10-20 Millionen, und dann können wir anfangen.