Deutsch-Holländisch Übersetzung für zeit

tijd
Dit is teruggaan in de tijd, niet met de tijd meegaan. Dies bedeutet, zurück in die Zeit zu reisen und nicht mit der Zeit zu gehen. Dit is geen tijd van grote discours maar een tijd van bezinning. Dies ist nicht die Zeit für große Worte, es ist eine Zeit der Besinnung. We moeten deze tijd goed gebruiken. Diese Zeit müssen wir gut nutzen.
duur
Op den duur zullen deze mensen weer naar hun land moeten terugkeren. Diese Menschen müssen in absehbarer Zeit in ihre Heimat zurückkehren. Bovendien was de duur van de behandeling onaanvaardbaar kort. Auch die für die Behandlung zur Verfügung stehende Zeit war zu knapp bemessen. Is zo'n beleid op den duur zonder spanningen vol te houden? Wird man diese Orientierung über die Zeit und ohne Spannungen beibehalten können?

epoch
eraHet werd hoog tijd dat hierin verandering kwam. Es war allerhöchste Zeit, dies zu ändern.
levensduur
De websites waar het over gaat, hebben maar een heel korte levensduur. Ze worden continu aangepast en zijn dus moeilijk op te sporen. Wir haben es mit veränderlichen Netsites zu tun, die nur für kurze Zeit existieren, die kontinuierlich umgestellt werden und deren Kontrolle sehr aufwendig ist. Aangezien de levensduur van vliegtuigen ongeveer dertig jaar is, laat het effect van deze technische verbeteringen lang op zich wachten. Da die Lebensdauer von Flugzeugen ungefähr dreißig Jahre beträgt, werden die Auswirkungen dieser technischen Verbesserungen erst nach langer Zeit spürbar.
tempus
tijdperk
In deze e-mail was er sprake van het 'post-Detroit-tijdperk'. In dieser E-Mail wurde von der "Zeit nach Detroit" gesprochen. Vervalsing is een van de vloeken van ons tijdperk. Fälschungen sind eine der größten Plagen unserer Zeit. We leven in een tijdperk waarin terreur geen grenzen lijkt te kennen. Wir leben in einer Zeit, in der Terror keine Grenzen zu kennen scheint.
tijdstipDit kan op een geschikt tijdstip gebeuren. Dies kann zu geeigneter Zeit geschehen. - Mijnheer de Voorzitter, ach, wat een vreselijk tijdstip. Herr Präsident! Ach, um diese Zeit sollte man grübeln. U krijgt de tijd die u nu niet hebt gebruikt op een later tijdstip alsnog. Ich werde Ihnen später die Zeit gewähren, die Sie jetzt nicht benutzt haben.

uur
Wij hebben daarvoor welgeteld anderhalf uur. Wir haben genau anderthalb Stunden Zeit dafür. Op dit moment geldt een maximum van 56 uur per week. Was wir zur Zeit haben, sind 56 Stunden pro Woche. Ik meen dat wij tot 13.30 uur de tijd hebben. Ich glaube, wir haben Zeit bis 13.30 Uhr.