Spanisch-Holländisch Übersetzung für hablar
- sprekenIk kan niet spreken voor de Raad. No puedo hablar en nombre del Consejo. Wij wilden spreken over de coherentie.Queríamos hablar sobre la coherencia. Europa moet met één mond spreken. Europa debe hablar con una sola voz.
- pratenWe kunnen niet alleen praten over CO2. No podemos hablar solamente de CO2. We moeten niet alleen praten, maar ook handelen. No sólo debemos hablar, sino también actuar. Geef ze dan ook iets om over te praten! ¡Denles algo de lo que puedan hablar!
- opbellen
- overleggenIk zal hierover met de heer Barroso overleggen. Hablaré con el señor Barroso al respecto. Het is evident dat wij eveneens met elkaar moeten overleggen. Evidentemente también necesitamos hablar unos con otros. Misschien wil hij even overleggen met de heer Corbett, voordat hij antwoord geeft. A lo mejor, antes de responder prefiere hablar con el señor Corbett.
Häufigste Anfragen
Beliebte Wörterbücher