Deutsch-Holländisch Übersetzung für ausdehnen

rekken
uitbreiden
We moeten deze kansen uitbreiden. Wir müssen diese Chancen ausdehnen. We zullen deze praktijk in de toekomst uitbreiden en nog vaker toepassen. Wir werden dies ausdehnen und in Zukunft sogar noch öfter davon Gebrauch machen. Wij moeten ons werk ook uitbreiden tot de andere gebieden van de nieuwe media. Wir müssen unsere Arbeiten auch auf die anderen Bereiche der neuen Medien ausdehnen.

uitdijen
Is het niet overdreven als deze organen uitdijen tot 75 leden per agentschap? Wäre es nicht übertrieben, wenn sich diese Organe auf 75 Mitglieder pro Agentur ausdehnen?
uitzetten