Deutsch-Holländisch Übersetzung für anbauen

aanbouwen
aanplantenTen derde: om de organische landbouw aantrekkelijker te maken, stellen we voor dat biologische boeren voedergewassen zoals klavergras ook op braakgrond kunnen aanplanten. Drittens: Um den organischen Landbau attraktiver zu gestalten, schlagen wir vor, dass biologisch wirtschaftende Landwirte Futterpflanzen wie Kleegras auch auf Stilllegungsflächen anbauen können.

doen groeien telen
kweken
We moeten duurzaam biobrandstoffen gaan kweken. Wir müssen Biokraftstoffe nachhaltig anbauen. Voor boeren in bijvoorbeeld Afrika is er nu minder land beschikbaar voor het kweken van voedsel, omdat veel mensen in plaats daarvan brandstof kweken. Landwirte in Regionen wie Afrika haben jetzt weniger Land für den Anbau von Nahrungsmitteln zur Verfügung, weil viele Menschen Energiepflanzen anbauen.
telen
De Spaanse katoentelers willen - en wij willen - doorgaan met het telen van katoen. Die spanischen Baumwollproduzenten wollen - wir wollen - weiterhin Baumwolle anbauen. De boeren in de Europese Unie willen ook een breed scala aan gewassen telen. Auch die Landwirte in der Europäischen Union wollen eine Vielzahl verschiedener Kulturpflanzen anbauen. Waar geen bossen zijn, kunnen we wilgen en miscanthus telen om ervoor te zorgen dat we energie kunnen produceren. Dort, wo es keine Wälder gibt, können wir Weiden und Chinaschilf anbauen, um die Energieversorgung zu sichern.
verbouwen
De boeren kunnen in deze droogte wel opium verbouwen.Die Bauern können trotz der Dürre Schlafmohn anbauen. We kunnen niet langer experimenteren met wat we verbouwen en wat we consumeren. Wir müssen aufhören mit dem, was wir anbauen und was wir essen, zu experimentieren. Het spreek vanzelf dat de boeren tijdens een dergelijke droogte geen alternatieve gewassen kunnen verbouwen. Wenn Dürre herrscht, können die Bauern natürlich keine Alternativprodukte anbauen.